Pastoor Franz Boehm (1880–1945)
De katholieke geestelijke Franz Boehm (geboren in 1880 in Boleszyn/West-Pruisen, overleden in 1945 in Dachau) werkte tussen 1938 en 1944 als pastoor in de gemeente St. Gereon. Vanaf zijn aantreden werd hij in de gaten gehouden door de fanatieke nationaalsocialistische burgemeester Grütering, omdat Franz Boehm het pastoraat voor Poolse dwangarbeiders in Monheim op zich nam en tegen het nationaalsocialisme preekte. Vanwege zijn openlijke kritiek op het nationaalsocialisme en zijn actieve verzet werd pastoor Boehm op 6 juni 1944 gearresteerd en een maand later gedeporteerd naar het concentratiekamp in Dachau. Daar overleed hij als gevangene nummer 91577 op 13 februari 1945.
.JPG)
Kunstwerk en gedenkteken
Ter gelegenheid van de 120e verjaardag van pastoor Franz Boehm hebben de stad Monheim am Rhein en de katholieke parochie een monument ter ere van hem laten oprichten. Het tijdens een wedstrijd ingediende ontwerp is afkomstig van de kunstenaar en architect Thomas Kesseler.
Een combinatie van schilderkunst, architectuur en beeldhouwerij in één kunstwerk
Het geheel van bedrukte glazen panelen, bronzen buste en een architectonisch element bevindt zich ten noorden van het huidige koor van de kerk St. Gereon, op de plaats van de apsis van het vorige gebouw, dat in de oorlog werd verwoest.
In het middelpunt staat een hoge stèle met de levensgrote bronzen buste van Franz Boehm. In kijkrichting van de pastoor bevindt zich een lage halfronde muur die het oorspronkelijke koor van de kerk aanduidt. Deze muur van hergebruikte oude bakstenen is tegelijkertijd een zitplaats en nodigt gasten uit om plaats te nemen en te bezinnen.
Verwoesting zichtbaar gemaakt
Achter de bronzen buste staan twee 4,2 meter hoge en 2,25 meter brede, in metaal gevatte glazen panelen. Door middel van zeefdruk heeft Thomas Kesseler oude foto's van de vernietigde kerk op imposante panelen en blikvangers geplaatst. Achter de architectonische motieven bevindt zich abstracte schilderkunst: de zwarte penseelstreken en krassen zijn bedoeld om het geweld van de vernietiging en "de uitwissing illustreren die hier heeft plaatsgevonden", aldus de kunstenaar.
De fronten van de glazen panelen weerspiegelen de omgeving die daardoor in het kunstwerk wordt geïntegreerd, wat symboliseert welke invloed Boehm zelf op de stad had.
